Malle Babbe
Malle Babbe houdt wel van een goede
pul bier, als je naar het schilderij van
Frans Hals kijkt.
In het gelijknamige lied lijkt ze wel
een lekker stuk. Maar definitie van een
‘lekker stuk, malle meid, lekker dier
van plezier’, in de 17e eeuw was wel
een andere dan nu.
Malle Babbe zat tegelijkertijd met Frans
Hals’ zoon Pieter in het Haarlemse
Dolhuys. Vandaar waarschijnlijk ook het
woord Malle. Het Haarlemse Dolhuys is
nu een respectabel museum, maar was
vroeger een inrichting voor de opvang
van geesteszieken. Hals zou haar daar
gezien hebben en geportretteerd.
De uil op Malle Babbe’s schouder symboliseert verlokking en misleiding. De
uil is lichtschuw en houdt van de duisternis. De uil als metafoor voor alles
wat het licht niet mag zien zoals zonde en duistere praktijken.
Het lied “Malle Babbe” is geschreven door Boudewijn de Groot en Lennaert
Nijgh. Het is een lied over een dame van lichte zeden aan wie de ‘heren van
fatsoen’ zich met minachting vergrijpen. Malle Babbe is, hoe tragisch en
dramatisch ook, een soort feestlied, want iedereen wil het refrein meezingen.
Uit volle borst:
‘Malle Babbe, kom, Malle Babbe kom hier. Lekker stuk, malle
meid, lekker dier van plezier. Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond, een
zoen op je mond, Malle Babbe je lekkere kont.’
Rob de Nijs heeft er in 1975 een Top 10-hit mee en het nummer staat nu nog
elk jaar hoog in de Top 2000 van Radio 2 en wordt nog heel vaak gedraaid.
Lekker weetje: de Haarlemse Brouwerij Jopen heeft op 20 maart j.l. een nieuw
bier gepresenteerd met de naam “Malle Babbe”. Het is een ‘dunkel weizen’
en heeft een fruitig karakter met een licht kruidige toets van kruidnagel en
laurier.
Marjan Rubingh,